De zieke vogel op bezoek bij de dierenarts

Ondanks goede zorgen van de eigenaar en aanpassingen in de huisvesting, kunnen vogels ziek worden. Omdat in de natuur een zieke vogel een gemakkelijke prooi is, zal een vogel niet snel tonen dat hij zich niet goed voelt. Op het moment dat een vogel ziektesymptomen vertoont is een bezoek aan de dierenarts aan te raden. Zieke vogels zitten ‘dik’, waarbij ze hun veren opzetten en hun kop diep tussen de schouders laten rusten. Een zieke vogel dient altijd zo snel mogelijk in een aparte ‘ziektekooi’ gezet te worden, om mogelijke besmetting van andere vogels te voorkomen.

Hoewel het dik zitten een algemeen ziektesymptoom is, kan er al veel informatie gehaald worden wanneer men de vogel van op een afstand bekijkt. Vooraleer de vogel uit zijn kooi te halen dienen zich een aantal vragen gesteld te worden.

  • Zijn bijvoorbeeld de veren opgezet?
  • Is het dier suf of nog actief?
  • Bevindt de vogel zich op een zitstok of zit hij stilletjes op de bodem?
  • Zijn de ogen gesloten of knipperen ze frequent?
  • Houdt de vogel zijn bek open wanneer hij rustig zit of is deze gesloten, zoals in normale toestand?

Wanneer op deze manier aan het onderzoek begonnen wordt, kan het dier het beste geïnterpreteerd worden zonder hem te manipuleren en dus op te jagen.

Ook dient er geluisterd te worden naar geluiden die het dier maakt. Wanneer een kanarie bijvoorbeeld een knappende ademhaling heeft, moet gedacht worden aan de luchtpijpmijt.

Behalve de vogel moet ook de kooi eens grondig bekeken worden. Licht er braaksel op de bodem? Hoe ziet de mest er uit en verschilt dit van de normale toestand? Door zo enkele minuten te besteden aan de inspectie van het dier in zijn eigen vertrouwde omgeving, kan er al een beeld gevormd worden van een mogelijk onderliggend probleem.

Vervolgens wordt de vogel in de hand genomen om deze nog wat van dichterbij te kunnen kijken. De vogel wordt van kop tot staart bekeken. De verschillende structuren van het lichaam kunnen op deze manier afzonderlijk beoordeeld worden.

Naast dit klinisch onderzoek kunnen er aanvullende diagnostische testen uitgevoerd worden om een beter idee te krijgen van het probleem. De kropinhoud en de mest kunnen bijvoorbeeld onderzocht worden op de aanwezigheid van parasieten of bacteriën en indien nodig kan er bloed geprikt worden.

Wanneer vogels in grotere groepen gehouden worden is het raadzaam een ziek dier ook na overlijden nog te onderzoeken door middel van autopsie. Hierbij kan er verdere verspreiding van ziekten worden voorkomen.