Vogels zijn een specialiteit binnen de dierengeneeskunde

Verschil met zoogdieren

Een vogel is geen zoogdier zoals de meeste huisdieren en is dus binnen de diergeneeskunde ook een specialiteit op zich.

Anatomie

De meeste vogels zijn anatomisch aangepast aan het vliegen. Het skelet van een vogel is licht doordat zich in de beenderen luchtruimten bevinden. Ze dragen geen zware tanden bij zich, maar hebben een bek en de rugspieren zijn licht. De borstspieren zijn daarentegen zeer goed ontwikkeld om voldoende kracht te hebben om het dier in de lucht te brengen.

Het meest opvallende verschil met de zoogdieren is dat vogels bedekt zijn met een verenkleed in plaats van een vacht. Deze veren zijn opgebouwd uit een schacht waarop baarden en baardjes staan, die in elkaar haken.

Omdat vogels geen tanden hebben, hebben ze andere aangepaste structuren om hun voedsel te vermalen en te verwerken. Op het verloop van de slokdarm zit bij de meeste vogels een krop, waarin voedsel kan worden opgeslagen en verweekt.

De poten van vogels zijn aangepast aan de leefomgeving. Watervogels hebben vliezen tussen hun tenen om te kunnen peddelen en papegaaien hebben beweegbare klauwen om takken te kunnen vastgrijpen. De poten zijn onbevederd en zijn bedekt met schubben. Deze schubben zijn het zichtbare bewijs dat vogels ergens afstammen van de reptielen.

De organen

Ook de anatomie van de organen is verschillend van deze van bijvoorbeeld honden en katten. Vogels hebben twee magen om voedsel te verwerken. Ook dit is een compensatie van de ontbrekende tanden. De eerste maag is de spiermaag, waarin voedsel mechanisch verteerd wordt. De tweede maag is de kliermaag, welke vergelijkbaar is met de maag van de meeste zoogdieren. Onder de staart bevindt zich een cloaca, waar zowel de urine als de mest samenkomen en het lichaam verlaten.

Luchtwegen

De eerder vernoemde luchtruimten in de beenderen staan in verbinding met andere luchtzakken en de longen in het lichaam van vogels. Op deze manier zijn vogels licht en in staat te vliegen. Vogels kunnen zeer uiteenlopende geluiden produceren. Dit wordt teweeg gebracht door een apart stemorgaan. Vogels hebben namelijk geen stembanden, maar een zogenaamde ‘syrinx’, welke zich op het einde van de luchtpijp bevindt en zorgt voor een brede waaier aan klanken en tonen.